Hoe de Grote Drie voor mij de Grote Twee werden
Hoe de Grote Drie voor mij de Grote Twee werden Op de middelbare school hoorde ik voor het eerst over de Grote Drie van de literatuur: Gerard Reve, Harry Mulisch en Willem Frederik Hermans. Die voerden en voeren de kop van de literaire canon aan. Alledrie hadden ze de Tweede Wereldoorlog doorleefd. In die jaren negentig heb ik ze toen echter niet gelezen. Toen ik een jaar of achttien was heb ik Gerard Reve pas ontdekt. Ergens in Amsterdam in een boekwinkel in de ramsj viel mijn oog op het brievenboek Brieven aan Matroos Vosch. Thuis vond ik uit dat dit een geheel ander type boek was dan dat ik tot dan toe gelezen had. Al aan het begin van het boek schoten de tranen me in de broek van het lachen. Wat een humor! Omdat ik zelf als kind veel brieven geschreven had met mijn vrienden, vond ik de vorm van het brievenboek erg mooi. Na dat boek ben ik De Avonden gaan lezen. En ik was zo verkocht dat ik nadien het hele oeuvre van Reve gelezen heb. Ik kocht (en bewaarde) al zijn boeken in an...