We moeten de ideologische veren van de Verlichting afschudden
We moeten de ideologische veren van de Verlichting afschudden
Een beschouwing door Arjen Baars (leestijd: zes minuten)
Heeft u het ook gemerkt? Dat zoveel denkers en opiniemakers altijd zo dik doen over de Verlichting? We moesten de mens zien als rationeel wezen. We moesten de wetenschap zien als de hoeders van de waarheid. En de natuur, die konden wij mensen als de opperwezens die wij zijn gaan beheersen en kneden naar onze eigen hand. Nou, op al deze punten zat de mens er grandioos naast. Daarom is de tijd nu aangebroken om de ideologische veren van de Verlichting af te schudden. En te zoeken naar een nieuw verhaal.
Immanuel Kant (1724- 1804) was zo’n typische Verlichtingsdenker, en zette de mens in zijn werk sterk neer als een rationeel wezen. Om die reden is Kant twee eeuwen later enorm bewierookt als zijnde de grootste filosoof sinds Plato. Dat Kant de mens als rationeel wezen wilde zien was niet zo gek voor zijn tijd. We hadden de middeleeuwen nog niet zo lang achter ons, een tijd waarin de menselijke ratio geen of een zeer kleine rol mocht hebben en het blinde geloof aan God het enige was dat er toe deed. Het was wachten op een denker als Kant (maar ook iemand als René Descartes) om een tegenbeweging in gang te zetten. Voor Kant was de Verlichting het afdoen van de ketens; de bevrijding van de mens van zijn zelfopgelegde onmondigheid.
We leren nu inmiddels, dat de mens helemaal niet zo rationeel is als we graag willen geloven. Gaat u maar na aan de hand van een paar voorbeelden.
Duizenden mensen doen wekelijks of maandelijks mee aan een loterij. Wie wil immers nou niet miljonair worden? Rationeel gezien is echter de kans dat u de loterij wint nihil. Een kwestie van kansberekening. Maar houdt dat simpele feit de mensen tegen om mee te spelen? Nee hoor.
Of het voorbeeld van het kopen van een auto. Het is voor mensen veel te moeilijk om een ingewikkelde calculatie te maken en de kosten/ baten goed tegen elkaar af te wegen. Misschien doet de autokoper wel een poging, maar toch geeft vaak de doorslag dat de auto zo mooi of zo snel is, of dat de persoon in kwestie er gewoon een goed gevoel bij heeft.
Zelfs bij de meest belangrijke beslissingen in een mensenleven, zoals de keuze voor onze levenspartner, kiezen we niet rationeel. We gaan veel meer af op ons gevoel, onze emotie of onze intuïtie. Op geloof, hoop en liefde. Een beslissing voor een grote stap in de carrière kan genomen worden omdat de baan veel prestige oplevert of een aantrekkelijk salaris. Zijn dat de meest verstandige argumenten denkt u?
Met de vermogens van het menselijk verstand werd de wetenschap ook heel belangrijk gemaakt en gepopulariseerd. Men ging op zoek naar de feiten, zekere kennis, de waarheid, geluk en volmaaktheid. In de praktijk, zeker in Nederland, heeft dit uiteindelijk geleidt tot een flinke toename van het atheïsme en het geloof in de wetenschap als enige hoeders van de waarheid.
Ook voor mij is de wetenschap de belangrijkste bron voor zekere kennis. Maar waar mensen aanspraak maken op de waarheid op basis van de wetenschap, daar gaat het wel een beetje mis. Er is meer dat de wetenschap niet weet, dan wat zij wel weet. Als je het van natuurkundig oogpunt bekijkt, weet iedere theoretisch natuurkundige dat wij inmiddels kennis hebben van maarliefst 4% van het totale universum. Dat lijkt mij een nogal dunne basis om een claim op de waarheid te doen. Zomaar even wat vragen waar de wetenschap geen antwoord op weet: bestaat God of bestaat God niet? Hoe moeten wij de rol van het onbewuste waarderen? Wat zijn psychische ziektes? Hoe moeten wij dromen duiden en waar blijven wij als wij dromen? Waarom waren de dinosauriërs zo groot en zwaar? Wat is het bewustzijn? Hebben wij een ziel? Is er een leven na de dood? Enfin, zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Door de Verlichting ging de mens ook over tot (een poging tot) totale beheersing/ overheersing van de natuur. Het was de tijd van de opkomst van de natuurwetenschap als afzonderlijk vak, dat tot dan toe werd geschaard onder de filosofie. De mens hoefde niet langer overgeleverd te zijn aan de grillen van moeder natuur, maar wij konden de natuur bewerken en zetten naar onze eigen hand en wil. Het industriële tijdperk volgde. Maar ook de beheersing van de natuur bleek een mateloze overschatting.
In deze Covid-19 tijden leren wij maar al te duidelijk dat de mens de natuur niet totaal beheerst. Een piepklein, onzichtbaar virus is in staat de totale wereldeconomie volledig plat te leggen. Wat we wel zien is dat de menselijke activiteit het klimaat doet veranderen en de natuur ernstige schade toelevert. Daarom is het beter als we ons ontdoen van de hoogmoed van de Verlichting en gaan luisteren en samenwerken met de natuur.
De opkomst van de Verlichting was begrijpelijk na de middeleeuwen en de periode van de renaissance en de idealen hebben ons ook veel opgeleverd, zoals grondwetten, gelijk stemrecht voor mannen en vrouwen en mensenrechten. Laten wij echter niet denken dat wij geweldige rationele wezens zijn, die heer en meester zijn over de natuur en met de wetenschap onder de arm alle raadsels van het leven hebben opgelost. Laten wij de ideologische veren van de Verlichting van ons afschudden en uitkijken naar een nieuwe tijd. Een tijd waarin wij ons dienen te herbezinnen op enerzijds de bereikte resultaten, maar zeker ook anderzijds de nieuwe uitdagingen voor onze tijd. Het beperken van de klimaatverandering, het ontlasten van het milieu en het terugdringen van de ongelijkheid tussen rijk en arm.
Reacties
Een reactie posten