Waarom ik het materialisme verwerp
Waarom ik het materialisme verwerp
Inleiding:
Twee manieren om de wereld te kennen
Er is een
interessant boek verschenen van scheikundige en filosoof André Klukhuhn, waarin
deze schrijver nog eens helder onder woorden brengt wat ik al lange tijd op
mijn eigen manier begreep, namelijk dat we de wereld kunnen kennen op twee
verschillende manieren. Eén is via de wetenschap, de ander is via de kunst. Ook
andere oppositionele grootheden gelden. We kunnen de wereld kennen via het
verstand of het gevoel, logisch of intuïtief, reductionistisch of holistisch of
met moderne termen, met de linker- of rechter hersenhelft.
Sinds de
opkomst van de moderne wetenschap zo’n vierhonderd jaar geleden, is de manier
om de wereld te kennen via wetenschappelijke kennis enorm dominant geworden.
Als iets niet door experimenten is bewezen, wordt iets algauw speculatief,
irrationeel of bijgeloof genoemd. Wetenschappers genieten groot aanzien in tal
van vlakken: het onderwijs, de politiek, de economie, de media etc.
Het probleem
is echter, dat de wetenschap de grote vragen van het leven niet gaat oplossen.
En die grote vragen van het leven hebben mij altijd geboeid. Ik heb het
geprobeerd met de materialistische versie van de werkelijkheid, maar die heeft
mij richting een diep, gapend gat gestuurd. Het is een doodlopende weg. Voor de
grote vragen van het leven, hebben we de kunst nodig en de verbeelding. Daarom houd
ik een pleidooi voor een kunstzinnig of artistiek denken via de kunsten in alle
varianten: beeldende kunst, poëzie en muziek. Daarnaast is het gebruik ban de
verbeelding van cruciaal belang. Met onze verbeelding kunnen we ons hele
werelden voorstellen, zoals we dat allemaal als kind ook konden. We hebben aan
de ene kant het rationele denken met onze ene hersenhelft, en het artistieke,
intuïtieve denken aan de andere kant met onze andere hersenhelft. Daarom is het
ook nodig om hierop een metavisie op deze twee denkvormen te hebben, en dat is
het domein van de verbeelding, van de mystiek en de religie.
Wat is
materialisme?
Het
filosofische begrip materialisme is het idee dat alles in de werkelijkheid, ook
emoties en andere processen in het brein, uiteindelijk te herleiden zijn tot
materie. Het sluit de aanwezigheid en effectiviteit van elk hoger moment van
spiritueel karakter uit.
Materie dus.
Nou, laten we eens kijken wat die zienswijze ons heeft opgeleverd. Om dat te
doen, kijken we eerst naar de natuurkunde en vervolgens naar de
hersenwetenschap. We zullen zien, dat we dan op beide onderdelen toch uiteindelijk
weer uitkomen op een groter verhaal dan alleen de wereld van de materie.
De
natuurkunde onderzoekt de kleinste deeltjes die er zijn met een
deeltjesversneller. Als we moleculen opbreken, blijken daar kleinere atomen te
zijn, die bestaan weer uit elektronen en kernen, de kernen uit protonen en
neutronen, en die weer uit quarks. Maar daar houdt het niet op. Als we op het
kleinste deeltje willen uitkomen, voldoen de deeltjesversnellers op gegeven
moment qua omvang niet meer, maar hebben we zogezegd een gigantisch veel
grotere hamer nodig om op de deeltjes te timmeren om te zien wat de kern is.
Dat is onmogelijk. Ook als we logisch redeneren is er geen reden om aan te
nemen dat de kleine quarks niet ook weer opgedeeld kunnen worden in nog
kleinere deeltjes, etcetera ad infinitum. We moeten dus misschien onder ogen
zien, dat er geen fundamenteel niveau van materie bestaat en, zoals André
Klukhuhn schrijft: “dat de zoektocht naar de elementaire bouwstenen van de
wereld uitloopt op een achtervolging die uitloopt op een in duistere mysteriën
gehuld einde.”
Er zal dus dientengevolge
vanuit de fysica geen ‘theory of everything’ komen. Geen wiskundige formule van
het geheim van de wereld die past op een T-shirt.
De
beperkingen die gelden voor de fysica in het klein, gelden net zo goed voor de
kosmologie in het groot. Dezelfde eigenschappen van de kleinste elementaire
deeltjes gelden immers ook in het groot. Zowel de oerknal als zwarte gaten zijn
extreme toestanden van onze voorstelling van het universum die niet meer
beschreven kunnen worden met de ons bekende fysische concepten van ruimte en
tijd. Het leidt tot vragen als: wat was er vóór de oerknal en wat is er buiten
de ruimte?
Klukhuhn
schrijft: “In de wereld van de extremen – de extreem kleine deeltjes en de
extreem hoge energieën waarvoor de kwantummechanica en de relativiteitstheorie
gelden – verliezen ruimte, tijd en de causaliteit van de processen die zich
daarin afspelen hun vertrouwde, alledaagse betekenis, is er geen sprake meer
van hier of daar, van voor of na, en we zijn ook niet meer in staat ons enig
idee te vormen van wat daar aan de hand is, zodat alleen het mystieke en het
mysterieuze overblijven.”
De
natuurkunde verwijst ons dus naar het gebied van het mystieke.
Materialisme
in het hersenonderzoek
Nu kijken
wij naar de materialisten in het hersenonderzoek. Volgens materialisten moeten
wij het uitsluitend doen met de chemische en elektrische processen die zich
afspelen in de hersenpan onder ons schedeldak. Het bewustzijn is niets meer dan
een bijproduct van de hersenen. Het is uitgesloten dat wij een ziel of een
geweten hebben. Wij zijn ons brein, zeggen de materialisten dan.
Wij zijn dus
als levende wezens eigenlijk slechts de verzameling, toevallig gebeurd, van
verschillende materialen. Op zeker moment is een mengsel van eiwitten,
mineralen, water, koolhydraten en
vitamines samengeklonterd en daar was ineens leven. In feite zijn wij dus een
serie potten op een plank van een chemisch laboratorium.
U kunt zich
voorstellen, dat deze beschrijving mij hoogst klinisch en tekortschietend
voordoet. Dat het bewustzijn zomaar poef tevoorschijn schiet als restmateriaal
van de hersenen is misschien mooi te vergelijken met Aladin die wrijft over de
toverlamp en ziedaar verschijnt de geest uit de fles.
Wat vermag
ik zelf dan te denken over de grote vragen?
Ik denk zelf
dat wij een geest hebben of een ziel, of een geest én een ziel. Het lichaam
fungeert als het voertuig voor de geest, maar de geest is er niet aan gebonden.
De geest is non-lokaal. Non-lokaliteit is een begrip uit de kwantumfysica. Het
blijkt dat op het kleinste niveau deeltjes zich niet gedragen volgens de wetten
van ruimte en tijd. De kleinste deeltjes kunnen op twee plaatsen tegelijkertijd
zijn, dit noemen we non-lokaliteit. Ik ben geen natuurkundige, maar ik lees dat
dit komt door zoiets als de superpositie. Als we bijvoorbeeld een foton deeltje
tegen een plaat aanschieten met twee gaten, zouden we verwachten dat het
deeltje door een van de twee gaten zou passeren. Het deeltje passeert echter
beide gaten. Deze superpositie van staten is de basis van het fenomeen
verstrengeling. In feite gedraagt een foton zich niet alsof het een deeltje is,
maar alsof het een golf is. Het foton verspreid zich als een cirkel van water
op het oppervlak van een vijver. Het foton bevindt zich niet op een specifieke
plaats, het is verloren in de golf. En kan op twee plaatsen tegelijkertijd
verblijven. Zo ook is onze geest geen materie, maar, het woord zegt het al,
geest, en kan verbonden zijn aan ons lichaam, maar kan overal in de ruimte
zijn.
Ik denk ook
dat onze geest verbonden is met het universum. En ik denk dat het universum
intelligent is. Ik zal dat uitleggen. Ik noemde zojuist al de term
verstrengeling, ook uit de kwantumfysica, dat werkt als volgt. Stel dat we een
generator hebben die twee fotonen produceert. Het paar wordt gescheiden en de
twee fotonen worden op een enorme afstand van elkaar geplaatst. Het blijkt dat
deze twee fotonen complementair zijn, oftewel als we het ene foton omdraaien,
draait de andere ook om. Dit gebeurd ongeacht de afstand tussen de twee en in
een tijd veel sneller dan de lichtsnelheid. Albert Einstein noemde dit fenomeen
“spooky action at a distance.” De twee deeltjes zijn vanaf hun geboorte
blijvend aan elkaar verbonden.
Dit staat in
contrast met het materialistische wereldbeeld, met de wetten van de Newtoniaanse
fysica. De wetenschappers van de kwantumfysica hebben bewezen dat op het niveau
van de elementaire deeltjes: 1) de grens van de maximumsnelheid van het licht
niet meer geldt, 2) het principe dat krachten vervagen met afstand niet langer
geldig is, 3) de pijl van tijd van A naar B is niet langer geldig, aangezien er
geen tijdsverschil tussen actie en reactie is en 4) om dezelfde reden bestaat
causaliteit niet langer omdat actie en reactie gelijktijdig plaatsvinden.
Maar
bovenal, vragen wij ons af, hoe kan een deeltje dat op grote afstand van een
ander deeltje is geplaatst weten, dat het andere deeltje bereid is te
veranderen en meteen mee verandert? Welke vorm van kennis bestaat er tussen de
twee deeltjes? Wat ik door veel literatuur te lezen te weten ben gekomen, is
dat het een intelligent universum is waar wij in leven, op zowel het niveau van
het meest kleine, als het niveau van het meest grote. En op die niveaus is er
geen verdeeldheid, maar is alles verbonden. Kortom, alles is één.
We stellen
ons een ruimte voor die niet uit materie bestaat, en alle problemen van tijd en
ruimte elimineert. In feite is dit een geestelijke ruimte. Misschien is dit de
ruimte die Plato bedoelde met zijn wereld van Ideeën en misschien is dit de
plaats die Carl Jung bedoelde als de verblijfplaats van het collectief
onbewuste. Het is een ruimte die “niet-lokaliteit” wordt genoemd, omdat deze
nergens kan worden geplaatst. Niet-lokaliteit is overal en doordringt het hele
universum. Elk deel van het universum is ondergedompeld in dit niveau van
energie en informatie. De natuurkundige en schrijver Ervin Laszlo noemt dit
geïnformeerde universum het Akasha veld. Dit Akasha veld was al bekend bij vele
wijzen, het wordt genoemd als het vijfde element in de duizenden jaren oude geschriften
van de Indische Veda’s en wordt helder uiteengezet in het 19e eeuwse
werk van de Theosoof H. P. Blavatsky.
Concluderend
Het
bewustzijn komt niet voort uit onze hersenen, maar het bestaat als een kracht
buiten de ruimte en de tijd en gaat aan de materiële werkelijkheid vooraf. Het
bewustzijn is niet-lokaal, met andere woorden niet te lokaliseren. Het
bewustzijn is verbonden met het Akasha veld- de plaats van Plato’s Ideeën en Jungs
plaats van het collectief onbewuste- dat overal is en het allerkleinste en het
allergrootste met elkaar verbindt. In dit veld is er geen tijd en ruimte, dus
verleden, heden en toekomst zijn er tegelijkertijd aanwezig en toegankelijk. En
volgens de hartchirurg Pim van Lommel is dit bewustzijn eindeloos, dus ook als
er geen hersenfunctie meer is. Noem me een idealist, want dat ben ik, maar na lang onderzoeken en vele boeken gelezen te hebben ben ik zeker geen materialist.
Meer lezen?
Lees dan:
André Klukhuhn
– De algehele geschiedenis van het denken
André
Klukhuhn – De vreemde lus
Peter
Veltman – Kwantum verstrengeling en collectief onbewust (e-book)
C. G. Jung –
De archetypen en het collectief onbewuste
Plato – De
Ideeënleer te vinden op wikipedia
Pim van
Lommel – Eindeloos bewustzijn
Ervin Laszlo
– De intelligentie van de kosmos
Ervin Laszlo
– De verbinding tussen wetenschap en spiritualiteit
Ervin Laszlo
– Het Akasha veld
H.P. Blavatsky
– De geheime leer 1 en 2
Over het filosofisch Idealisme: Het oeuvre van Bernardo Kastrup
Reacties
Een reactie posten